Flux Partners draagt bij aan beleidsadvies voor verplichte MKI in GWW-sector

Duurzaam icon

Flux Partners draagt bij aan beleidsadvies voor verplichte MKI in GWW-sector

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft aangekondigd de Milieukostenindicator (MKI) in te zetten om te sturen op milieu-impact in de Grond, Weg en Waterbouwsector (GWW). Grenswaarden gaan gelden voor de toepassing van beton, staal en asfalt. Deze beslissing is genomen op basis van beleidsadvies dat Copper8 samen met Witteveen+Bos en Flux Partners voorbereidde. Flux Partners verzorgde daarbij vanuit zijn expertise het juridische deel van het beleidsadvies.

Verduurzamingsslag

De aanleiding voor het verzoek om het beleidsadvies op te stellen ligt in het streven om de verduurzaming in de GWW-sector te versnellen. Op dit moment ligt de voortgang van de verduurzaming van de branche namelijk achter op de doelstelling voor 2030. Fanauw Hoppe, die in een breed team van juridisch specialisten vanuit Flux Partners aan het beleidsadvies meewerkte, vertelt: “De overheid heeft gevraagd in hoeverre het mogelijk en verstandig is om te sturen op de MKI binnen de sector. Vanuit onze expertise hebben wij daarin de juridische mogelijkheden onderzocht.”

Juridische mogelijkheden

Vanuit de vraag richtte Flux Partners zich op de wettelijke mogelijkheden om op basis van de MKI projecten binnen de GWW duurzamer in te vullen. “We onderzochten in welke wetten de overheid de verplichting kan vastleggen om niet boven een bepaalde MKI-score uit te komen bij materialen of projecten binnen de GWW-sector”, zegt Fanauw. “Daarbij keken we ook naar de stappen die nodig zijn om tot deze wetten te komen. De juridische verkenning werd mede uitgevoerd namens CircuLaw en de gemeente Amsterdam, om ook de analyse van de huidige mogelijkheden in kaart te brengen. Dit resulteerde in instrumenten voor decentrale overheden die nu al toegepast kunnen worden.”

Kamerbrief

Flux Partners presenteerde zijn bevindingen van het onderzoek naar de wettelijke mogelijkheden in een deelrapport. Samen met de resultaten van de onderzoeken van Copper8 en Witteveen+Bos zijn deze vertaald naar een beleidsadvies over de mogelijkheden. Dit beleidsadvies is gepubliceerd in een Kamerbrief en grotendeels overgenomen door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ambtelijk wordt nu verder onderzocht op welke wijze wetgeving mogelijk is en kan worden geïmplementeerd. Hier volgt nog een uitgebreid wetgevingsproces, is de verwachting. 

Impact

Volgens Fanauw kan de impact van nieuwe wetgeving op basis van het beleidsadvies groot zijn. “Het voorstel is te sturen op een reductie van de milieu-impact van materialen die de grootste impact hebben op het milieu, binnen de GWW: staal, beton en asfalt. In de praktijk zorgt dit voor minder milieu-impact bij GWW-projecten, nadat deze wetgeving van kracht is gegaan, minder impact hebben op het milieu. Door de grenswaarden op het gebied van de MKI stapje voor stapje aan te scherpen, kunnen we de ecologische voetafdruk van projecten binnen de GWW steeds verder verkleinen. Op termijn mag men dan bijvoorbeeld niet meer boven een bepaalde duurzaamheidsscore uitkomen, waardoor aannemers alleen nog de meer duurzame bouwmaterialen kunnen gebruiken.”

Stip op de horizon

“Met sturende MKI geven we duidelijkheid naar alle partijen”, aldus Fanauw. “Hierdoor zijn het doel en de route duidelijk. We maken het makkelijker die route te volgen en het doel te bereiken. We vinden het belangrijk dat we daar open over communiceren, zodat bedrijven een stip op de horizon hebben om naartoe te werken. Voor partijen die actief zijn bij projecten binnen de GWW-branche is het ook verstandig nu alvast te kijken wat duurzamer kan, zodat ze zich kunnen klaarmaken voor de nieuwe wetgeving. Er zijn al goede initiatieven die hierbij helpen, zoals het Betonakkoord.”

Uitdagingen

Het onderzoek naar de juridische mogelijkheden kende zijn uitdagingen, zoals Fanauw uitlegt: “We moesten best wel breed naar de juridische mogelijkheden kijken. Normaal gesproken heb je één wet waar je naar moet kijken, maar nu was dit volledig open. We hebben meerdere wetten bekeken met de blik ‘waar past het in?’. Daarnaast moesten we rekening houden met ontwikkelingen op het gebied van wetgeving op Europees niveau en enkele belangrijke gerechtelijke uitspraken. Deze ontwikkelingen speelden tegelijkertijd met ons traject en hadden invloed op ons advies en de wetten waar wij mee bezig waren. We moesten dus constant schakelen en de laatste ontwikkelingen rondom de Europese wetgeving in de gaten houden.”

Meebewegen en expertise

Fanauw vervolgt: “Wetgeving is continu in ontwikkeling. Rechtspraak heeft invloed op interpretatie van wetten, Europese wetgeving evolueert en maatschappelijke normen verschuiven. Je moet dus ook flexibel zijn en meebewegen met de Europese regelgeving die wordt ontwikkeld. We hebben  tijdens het project interviews gehouden met een breed spectrum aan juristen en andere experts op het gebied van wetgeving die met ons meedachten over de mogelijkheden. Door continu mee te bewegen en goede analyses te maken, hebben we een relevant en werkbaar advies kunnen geven.”

Samenkomst disciplines en kennis

Voor Fanauw was de opdracht om mee te schrijven aan het adviesbeleid een mooie ervaring. “Wat ik erg mooi vond, is dat er meerdere adviesbureaus bij elkaar kwamen. Hiervoor had Rebel Group al verkenningen gedaan. Vervolgens hebben we met drie onderzoeksbureaus – Copper8, Witteveen+Bos en Flux Partners – verschillende deelvragen beantwoord. Op basis van de antwoorden op die deelvragen stelden we vervolgens samen het beleidsadvies op. Ook zijn in het project verschillende experts geraadpleegd. Met elkaar voegden we de disciplines en alle kennis samen. Het is mooi om te zien hoe dat allemaal bij elkaar kwam. Dat de sterke punten van alle partijen tot een goed advies leiden geeft echt voldoening.”